rul-20231121-rulov-000008

Aanleiding

X heeft verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of zij in Nederland gevestigd zal zijn en over de hoogte van haar fiscaal erkend gestort kapitaal voor de toepassing van de Wet op de Dividendbelasting 1965 (Wet DB).

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar buitenlands recht en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een Belastingverdrag heeft gesloten (Verdragsland A). X is de tophoudster van een internationaal concern actief in de dienstverlenende sector met bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland en beschikt over substantiële personele aanwezigheid in Nederland. X is voornemens haar feitelijke leiding naar Nederland te verplaatsen vanwege zakelijke overwegingen. De vergaderingen van het bestuur van X zullen in Nederland gaan plaatsvinden en het bestuur zal overwegend vanuit Nederland werkzaam zijn. Bij dit bestuur berust de feitelijke leiding van X. Alleen bij hoge uitzondering zal een vergadering in een ander land dan Nederland plaatsvinden maar niet in Verdragsland A. Ook gaat X kantoor houden in Nederland, wordt de administratie in Nederland gevoerd alsmede diverse hoofdkantoorfuncties. In de periode dat X nog feitelijk gevestigd is in Verdragsland A worden de winstreserves van X gedeeltelijk omgezet in nominaal aandelenkapitaal (herkapitalisatie). Het nominale aandelenkapitaal van X zal bij statutenwijziging worden verhoogd door middel van bijschrijving op de uitgegeven aandelen ten laste van de winstreserves van X. Een omzetting van winstreserves in nominaal aandelenkapitaal is mogelijk naar het recht van Verdragsland A.

Rechtskader

X verzoekt om zekerheid dat zij gevestigd is in Nederland op grond van artikel 4 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en binnenlands belastingplichtig wordt voor de Vennootschapsbelasting op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in de zin van artikel 4, eerste lid, van het van toepassing zijnde Belastingverdrag (inwonersartikel). Verder vraagt X om bevestiging dat de herkapitalisatie resulteert in fiscaal erkend op de desbetreffende aandelen gestort kapitaal in de zin van de Wet DB. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

1. Het concern oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts zullen de relevante bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X worden uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van X binnen het concern.
2. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
3. Op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel a van de Wet Vpb juncto artikel 4 van de AWR wordt de vestigingsplaats van X naar omstandigheden beoordeeld. X zal feitelijk vanuit Nederland worden geleid na de voorgenomen wijzigingen en kantoor houden in Nederland. Op grond van deze en andere relevante omstandigheden zal X na de zetelverplaatsing in Nederland gevestigd zijn en binnenlands belastingplichtig zijn voor de Wet Vpb.
4. X kwalificeert als inwoner in de zin van artikel 4, eerste lid van het van toepassing zijnde Belastingverdrag nu zij op grond van plaats van leiding in Nederland onderworpen is aan Vennootschapsbelasting. Indien X nog gezien wordt als inwoner door Verdragsland A na de zetelverplaatsing, dient in onderling overleg met de bevoegde autoriteit vastgesteld te worden in welk land X inwoner is (MAP-tiebreaker).
5. X zal na de zetelverplaatsing een inhoudingsplichtige zijn voor de Wet DB op grond van artikel 1 juncto artikel 7 van de Wet DB. Het gedeelte van de winstreserves dat reeds voor de vestiging in Nederland is omgezet in nominaal aandelenkapitaal kan voor de toepassing van de Wet DB worden aangemerkt als fiscaal erkend op de desbetreffende aandelen gestort kapitaal van X.
6. Zodra X een inhoudingsplichtige is, kan X een beschikking aanvragen op grond van artikel 13 van de Wet DB om hetgeen is gestort op de aandelen vast te stellen.

Conclusie

X zal na de voorgenomen wijzigingen binnenlands belastingplichtig zijn op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, Wet Vpb en kwalificeren als inwoner van Nederland op grond van artikel 4, eerste lid van het relevante Belastingverdrag. Het gedeelte van de winstreserves dat reeds voor de vestiging in Nederland is omgezet in nominaal aandelenkapitaal kan voor de toepassing van de Wet DB worden aangemerkt als fiscaal erkend op de desbetreffende aandelen gestort kapitaal van X. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2027, waarin een tussentijds evaluatiemoment is opgenomen.

Reacties

Eén reactie op “rul-20231121-rulov-000008”

  1. […] toekomst geld uitkeren aan zijn aandeelhouders zonder Dividendbelasting te hoeven afdragen.” Dit lijkt de afstemming met de Belastingdienst te […]