Aanleiding
X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2016 tot en met 2021.
Feiten
X is het in Nederland gevestigde hoofdkantoor van de X-groep. De X-groep is actief in de informatietechnologie sector. De X-groep ontwikkelt en verkoopt bepaalde producten lokaal en andere producten wereldwijd. Voor de producten die wereldwijd worden verkocht ligt het eigendom en ontwikkeling van de immateriële vaste activa en de aansturing van de verkoopactiviteiten bij in Nederland gevestigde vennootschappen. Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de beloning van lokale verkoopkantoren voor de verkoop van producten die in Nederland zijn ontwikkeld. De lokale verkoopkantoren worden gekwalificeerd als routinematig. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO- modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s-lengthbeginsel en worden daarom ingevolge het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.
Overwegingen
Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. De Belastingdienst heeft het verzoek inhoudelijk geanalyseerd en op basis daarvan gevraagd om nadere informatie. De gevraagde informatie is niet volledig verstrekt. Na overleg is het verzoek ingetrokken. Daarom is een uiteindelijk oordeel door de Belastingdienst achterwege gebleven.
Conclusie
Er is geen zekerheid vooraf gegeven.