20250610 RULOV 000013
Samenvatting
Aanleiding
Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van een financiering van een grensoverschrijdende transactie. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2025 tot en met 2029.
Feiten
X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X is onderdeel van een internationaal opererend concern actief in de industriële sector. Het concern oefent bedrijfseconomische operationele activiteiten uit in Nederland. Deze activiteiten worden uitgeoefend door [> 1.000] werknemers. X vormt samen met andere in Nederland gevestigde vennootschappen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. X is voornemens om kapitaal terug te betalen aan haar aandeelhouder, zijnde een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. X is voornemens dit te financieren met reeds aanwezige liquide middelen en voor een deel mogelijk te financieren met een geldlening van een concernvennootschap gevestigd in dezelfde lidstaat van de Europese Unie als waar haar aandeelhouder is gevestigd. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Het verzoek ziet op de toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb), al dan niet in combinatie met artikel 15, zestiende lid van de Wet Vpb. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Voorts is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
1. Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek op voorhand aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter te (kunnen) voldoen. Om die reden is het verzoek in eerste instantie in behandeling genomen. 20250610 RULOV 000013
2. Om het verzoek om zekerheid vooraf verder te kunnen behandelen en te beoordelen, is door de Belastingdienst om additionele informatie gevraagd en heeft er overleg plaatsgevonden tussen X en de Belastingdienst. Vervolgens heeft X besloten om het verzoek tot zekerheid vooraf in te trekken. Het verzoek is daarom niet verder inhoudelijk beoordeeld.
Conclusie
Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Voorgaande zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.