rul-20240903-apa-000002

Aanleiding

X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten

X is een in Nederland gevestigde vennootschap en hoofdkantoor van de Z-groep. De Z-groep is actief in de informatietechnologiesector. Y is ook onderdeel van de Z-groep en is gevestigd in een land buiten de Europese Unie. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [1 – 10] werknemers. X verricht de belangrijkste kernfuncties van de groep zoals onderzoek en ontwikkeling, sales en marketing, en verleent gerelateerde diensten aan klanten. X is de eigenaar van alle immateriële activa van de groep en draagt alle gerelateerde kosten. Voorts draagt X de belangrijkste ondernemersrisico’s en functioneert als de principaal binnen de groep. Y verricht R&D-activiteiten ten behoeve van X. Y is geen eigenaar van waardevolle activa. Y draagt slechts beperkt marktrisico en beperkt debiteurenrisico. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het Verrekenprijsbesluit 2022. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter.
2. X heeft ondersteuning gevraagd bij de aanlevering van vergelijkbare cijfers van onafhankelijke marktpartijen. X kwalificeert als kleine onderneming in de zin van artikel 2:396 van het Burgerlijk Wetboek en komt in beginsel in aanmerking voor de gevraagde ondersteuning in overeenstemming met paragraaf 6 van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter.
3. In paragraaf 6 van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is eveneens opgenomen dat, als het gaat om een BAPA-verzoek in relatie tot kleinere ondernemingen, zal worden beoordeeld of een dergelijke ondersteuning voldoende basis kan zijn voor het overleg met het andere land. In casu is geconcludeerd dat dit niet het geval is en is gevraagd om een benchmark-rapport. X heeft vervolgens besloten om het vooroverleg te staken. Een inhoudelijke analyse van het verzoek door de Belastingdienst is daarom achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven. De transactie zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.