rul-20240723-atr-000003

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de vraag of er sprake is van inhoudingsplicht voor de Dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een Nederlands concern in de handelssector. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [501 – 1.000] werknemers. Y is een vennootschap opgericht naar het recht van een lidstaat van de Europese Unie (lidstaat A) en is feitelijk aldaar gevestigd. Y is voornemens een belang van 5% of meer te verwerven in X. Y zal het volledige economische belang bij de aandelen X verwerven terwijl het juridisch eigendom van dat belang namens Y zal worden gehouden door een andere vennootschap, opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in lidstaat A. Het verzoek is ingetrokken omdat men er uiteindelijk voor gekozen heeft de structuur anders vorm te geven.

Rechtskader

Men verzoekt zekerheid vooraf over toepassing van de inhoudingsvrijstelling als bedoeld in artikel 4, tweede lid en verder van de Wet op de Dividendbelasting 1965 (Wet DB). Deze zekerheid vraagt men voor uitkeringen van X op het belang in X waarvan Y het volledige economische eigendom zal houden. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.