rul-20240716-atr-000003

Aanleiding

Naar aanleiding van het voornemen om kapitaal te storten in een deelneming is verzocht om zekerheid vooraf om de valutakoers van de kapitaalstortingen te fixeren. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2024 tot en met 2028.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern, actief in de industriële sector. In Nederland worden door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten verricht door [> 1.000] werknemers. X heeft een verzoek ingediend ten aanzien van het voornemen om kapitaal te storten – in een andere valuta dan de functionele valuta van X – in een deelneming, opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een Belastingverdrag heeft gesloten. X heeft het voornemen om voorafgaand aan de daadwerkelijke betaling van de kapitaalstoring valutatermijntransacties aan te gaan om het valutarisico af te dekken. Het verzoek is ingetrokken door X, omdat de transactie waarop het verzoek ziet, geen doorgang heeft gevonden.

Rechtskader

De gevraagde zekerheid ziet op de toepassing van de deelnemingsvrijstelling als bedoeld in artikel 13 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Onderdeel 1.7.4 van het besluit van 9 maart 2020, nr. 2020-0000000002 (Besluit deelnemingsvrijstelling) is eveneens relevant in dit kader, in combinatie met het antwoord van de Kennisgroep deelnemingsvrijstelling van 19 maart 2024, KG:023:2024:3. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

1. Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek op voorhand te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Om die reden is het verzoek in eerste instantie in behandeling genomen, maar omdat het verzoek is ingetrokken, is dit niet verder feitelijk beoordeeld.
2. X heeft het verzoek om toepassing van de goedkeuring van onderdeel 1.7.4 van het Besluit deelnemingsvrijstelling ingetrokken. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Er wordt geen vaststellingsovereenkomst gesloten, omdat het verzoek is ingetrokken.