rul-20240702-atr-000010

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de kwalificatie van een buitenlandse Hybride rechtsvorm naar Nederlandse fiscale maatstaven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 en 2024.

Feiten

Y is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een staat buiten de Europese Unie (EU). Y is onderdeel van een internationaal opererend concern, actief in de dienstverlenende sector. Het concern verricht activiteiten in Europa middels vestigingen in de diverse landen. X is een samenwerkingsverband, aangegaan naar het recht van een staat buiten de EU. De activiteiten van X worden in deze staat en in Nederland uitgevoerd. X maakt onderdeel uit van het concern van Y. X heeft drie participanten. Y houdt een meerderheidsbelang in X. Tevens zijn twee persoonlijke houdstervennootschappen van natuurlijke personen die inwoner zijn van Nederland participanten in X. De persoonlijke houdstervennootschappen zijn opgericht naar het recht van en gevestigd in Nederland.

Rechtskader

Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van X naar Nederlandse fiscale maatstaven. Op grond van het besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M kunnen buitenlandse rechtsvormen worden gekwalificeerd voor Nederlandse fiscale doeleinden aan de hand van een toetsingskader. Het standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen van 10 april 2024, KG:211:2024:7, is relevant hierbij. Tevens is hierbij relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. In paragraaf 3, onderdeel a, van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat toegang tot het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter is voorbehouden voor situaties waarin sprake is van voldoende economische nexus in Nederland. Deze bepaling inzake de economische nexus is in dit geval niet van toepassing, omdat het gaat om de kwalificatie van een buitenlandse Hybride rechtsvorm.
2. Het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting is niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties. Evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
3. De kwalificatie van X heeft plaatsgevonden op basis van de civielrechtelijke wet- en regelgeving van het desbetreffende land, de samenwerkingsovereenkomst en de Nederlandse wet- en regelgeving.
4. Het besluit van 11 december 2019, nr. CPP2009/519M (kwalificatiebesluit), is in dit kader relevant. Aan de hand van de feiten en omstandigheden en de vier vragen van het toetsingskader van onderdeel 3.3 van het kwalificatiebesluit is beoordeeld of X overeenkomt met een kapitaalvennootschap of met een personenvennootschap. Toetsingskader (A) Kan het samenwerkingsverband de juridische eigendom hebben van de vermogensbestanddelen waarmee het de activiteiten uitoefent? (B) Zijn alle participanten beperkt aansprakelijk voor de schulden en de andere verplichtingen van het samenwerkingsverband? (C) Heeft het samenwerkingsverband een in aandelen verdeeld kapitaal in civielrechtelijke zin, dan wel kan het kapitaal in maatschappelijke zin gelijkgesteld worden met een in aandelen verdeeld kapitaal? (D) Kan er, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van participanten plaatsvinden zonder dat toestemming nodig is van alle participanten?
5. Aan de hand van de antwoorden op bovenstaande vragen, kwalificeert X als kapitaalvennootschap. Op basis van onderdeel 3.4 van het kwalificatiebesluit zou toch sprake kunnen zijn van een personenvennootschap. Dat is het geval als de persoonlijke samenwerking tussen participanten zodanig vooropstaat, dat bij weging van alle eigenschappen de balans doorslaat naar de kwalificatie ‘personenvennootschap’. Op basis van de specifieke feiten en omstandigheden is deze uitzondering bij X niet van toepassing. X kwalificeert daarom voor de Nederlandse belastingheffing als non-transparant.

Conclusie

X wordt voor de toepassing van de Nederlandse belastingwet aangemerkt als non-transparant. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, met een looptijd van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.