rul-20240514-apa-000001

Aanleiding

Y en Z hebben in hun land van vestiging een multilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2022 tot en met 2027.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland. Y is een vennootschap gevestigd in land B, een staat buiten de Europese Unie (EU). Z is de Vaste inrichting van X in land A, een lidstaat van de EU. X,Y en Z maken onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. Y fungeert als hoofdkantoor van de Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. Y voert operationele en strategische functies uit voor een bepaald segment van de Y-groep. Y stuurt de productie van bepaalde producten binnen de groep aan en zorgt voor de distributie van deze producten in specifieke regio’s. Y is eigenaar van de gerelateerde immateriële activa en draagt de belangrijkste ondernemersrisico’s. Y heeft een contract gesloten met X voor de distributie van de producten in een deel van een regio. Z is een Vaste inrichting van X die verkoopactiviteiten uitvoert ten behoeve van Y in een specifiek deel van die regio. Z distribueert de producten onder aansturing en regie van Y. Z is geen eigenaar van waardevolle immateriële activa en draagt beperkte risico’s. De multilaterale vaststellingsovereenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van land A en land B is vanwege formele redenen ondertekend door de bevoegde autoriteiten van Nederland. Er heeft geen inhoudelijke beoordeling door Nederland plaatsgevonden.

Rechtskader

Relevant zijn het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. Omdat het om een Vaste inrichting van een Nederlandse vennootschap gaat, is Nederland verdragspartij en dient formeelrechtelijk de multilaterale vaststellingsovereenkomst mede te ondertekenen.
2. De Nederlandse bevoegde autoriteiten hebben de relevante activiteiten, feiten en omstandigheden niet inhoudelijk beoordeeld. De in het Besluit vooroverleg rulings geschetste kaders zijn tevens niet beoordeeld.
3. De afspraak tussen de buitenlandse bevoegde autoriteiten heeft betrekking op de tussen Z en Y te hanteren Verrekenprijzen. Met betrekking tot X is er geen zekerheid vooraf gegeven.

Conclusie

De buitenlandse bevoegde autoriteiten hebben overeenstemming bereikt over de at arm’s-length beloning voor de distributieactiviteiten van Z. Deze overeenstemming is geformaliseerd in een Multilaterale APA tussen de bevoegde autoriteiten van land A en land B en is wegens formele redenen ondertekend door de bevoegde autoriteiten van Nederland. Deze overeenstemming ziet niet op door X te hanteren Verrekenprijzen. De door de bevoegde autoriteiten van land A en land B gegeven zekerheid ziet op een periode lopende van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2027.