rul-20240507-apa-000005

Aanleiding

X heeft een multilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2011 tot en met 2019, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2010. De aangiften Vennootschapsbelasting zijn reeds ingediend.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland. X maakt onderdeel uit van multinationale groep B die actief is in de industriële sector. Met betrekking tot het multilateraal verzoek zijn relevant vennootschappen van multinationale groep A die transacties aangaan met gelieerde buitenlandse vennootschappen en X van multinationale groep B. Multinationale groep A en multinationale groep B hebben (grotendeels) dezelfde aandeelhouders. In Nederland worden door de tot het concern (multinationale groep A en multinationale groep B) behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [501 – 1.000] werknemers. De vennootschappen van multinationale groep A leveren machines en apparatuur aan de vennootschappen van multinationale groep B. Daarnaast leveren de vennootschappen van multinationale groep A diverse technische diensten aan de vennootschappen van multinationale groep B. De vennootschappen van multinationale groep B houden zich bezig met bepaalde productieactiviteiten en maken daarbij gebruik van de geleverde goederen en diensten door de vennootschappen van multinationale groep A. De bevoegde autoriteiten hebben overeenstemming bereikt over de at arm’s-lengthbeloning voor de levering van goederen en diensten door de vennootschappen van multinationale groep A aan de vennootschappen van multinationale groep B.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit). Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts worden de bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en heeft de gevraagde zekerheid vooraf geen betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met gelieerde entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
2. De bevoegde autoriteiten hebben voor het jaar 2011 overeenstemming bereikt over de at arm’s-lengthbeloning voor de individuele gelieerde transacties bestaande uit de levering van goederen en diensten door vennootschappen van multinationale groep A aan de vennootschappen van multinationale groep B.
3. De bevoegde autoriteiten zijn voor de jaren 2012 tot en met 2019 overeengekomen dat de vennootschappen van multinationale groep A voor de levering van goederen en diensten aan vennootschappen van multinationale groep B geaggregeerd worden beloond op basis van de transactional net margin method met omzet als maatstaf.

Conclusie

De bevoegde autoriteiten hebben overeenstemming bereikt over de arm’s-lengthbeloning voor de levering van goederen en diensten door vennootschappen van multinationale groep A aan de vennootschappen van multinationale groep B, inclusief X. Deze overeenstemming is vervolgens voor zover deze betrekking heeft op X uitgewerkt en geformaliseerd in een vaststellingsovereenkomst tussen de Belastingdienst en X. Partijen hebben voor 2011 vastgesteld dat voor de levering van goederen en diensten door vennootschappen van multinationale groep A aan vennootschappen van multinationale groep B, inclusief X een vergoeding uitgedrukt in bepaalde percentages van de relevante kosten en een bepaald bedrag per geproduceerde eenheid at arm’s-length is. Partijen hebben vastgesteld dat voor 2012 tot en met 2019 voor de levering van goederen en diensten door vennootschappen van multinationale groep A aan vennootschappen van multinationale groep B, inclusief X een transactional net margin uitgedrukt in een bepaald percentage van de omzet at arm’s-length is. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst met een looptijd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2019. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de aangiften Vennootschapsbelasting reeds zijn ingediend.