rul-20240423-apa-000006

Aanleiding

X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland en behoort tot de B-groep. De B-groep is een internationaal concern actief in de productie en verkoop van bepaalde producten. In Nederland worden door de tot het concern behorende vennootschappen activiteiten uitgeoefend door [11 – 25] werknemers. Y, gevestigd buiten de Europese Unie (EU), vormt het operationele hoofdkantoor van de B-groep. Een aantal (gelieerde) productievennootschappen, waaronder Z, gevestigd in de EU, produceert ten behoeve van X. Z loopt hierbij beperkte risico’s. X verkoopt deze producten aan klanten in bepaalde regio’s. Er is zekerheid gevraagd over de arm’s-lengthbeloning van Z voor de door haar ten behoeve van X verrichte productieactiviteiten. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het Verrekenprijsbesluit 2022. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. De Belastingdienst heeft het verzoek inhoudelijk geanalyseerd en op basis daarvan gevraagd om nadere informatie. Nadat de inspecteur meerdere malen vragen heeft gesteld over het voorgestelde transfer pricing systeem in relatie tot de gepresenteerde feiten, is het verzoek ingetrokken. Daarom is een uiteindelijk oordeel door de Belastingdienst achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven. De transactie zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.