20240116 RULOV 000018
Samenvatting
Aanleiding
Er is een verzoek ingediend door X voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2021.
Feiten
X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern actief in de industriële sector. Het concern oefent in Nederland operationele activiteiten uit door middel van een aantal vennootschappen. Y is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X is door de acquisitie in 2015 de (enig) aandeelhouder geworden van Y. X is voor de financiering van de externe acquisitie geldleningen aangegaan met Z, een gelieerd lichaam opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU). Z heeft de gelden voor de geldleningen verkregen van een buiten de EU gevestigd investeringsfonds. In 2021 is de geldlening van Z geherfinancierd met een geldlening van A, een gelieerd lichaam opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. De aangifte Vennootschapsbelasting 2021 (aangifte Vpb) is ingediend tijdens de behandeling van het verzoek.
Rechtskader
Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de toepassing van artikel 10a van de Wet Vpb ten aanzien van de geldlening verkregen van Z. Artikel 10a, eerste lid, Wet Vpb is van toepassing op de verkrijging van de aandelen Y. X kan mogelijk een beroep doen op de dubbele zakelijkheidstoets van art 10a, derde lid, Wet Vpb. X dient dan aannemelijk te maken dat er in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen aan de rechtshandeling en financiering. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.
Overwegingen
Op grond van een initiële analyse lijkt het verzoek te voldoen aan de toegangsvoorwaarden en formaliteiten van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het verzoek is in 20240116 RULOV 000018behandeling genomen en divers overleg heeft plaatsgevonden tussen de Belastingdienst en X ter nadere duiding van de feiten. Op een gegeven moment is de aangifte Vpb ingediend door X. Met de indiening van de aangifte Vpb is het vooroverleg beëindigd voordat de inhoudelijke beoordeling was afgerond.
Conclusie
Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen, omdat geen sprake (meer) is van een Ruling met internationaal karakter als bedoeld in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het verzoek om vooroverleg is buiten behandeling gesteld. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat de genoemde transacties zullen worden beoordeeld in het kader van het reguliere toezicht.