rul-20240116-atr-000008

20240116 ATR 000008

Samenvatting

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de afwezigheid van een Vaste inrichting voor de Vennootschapsbelasting in Nederland. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van een land binnen de Europese Unie waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten (Verdragsland A) en is feitelijk aldaar gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern dat actief is in de industriële sector. De activiteiten van X bestaan onder andere uit het ontwikkelen en distribueren van een bepaald product. X is voornemens een magazijn te huren in Nederland. X zal dit magazijn gebruiken om haar producten in op te slaan en voor aflevering aan klanten binnen Europa. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Rechtskader

op de toepassing van artikel 3, vierde lid, onderdeel a, in combinatie met artikel 17, derde lid, onderdeel a, of 17a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Als sprake is van een Vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger op basis van deze artikelen, dient op basis van de relevante bepalingen van het Belastingverdrag tussen Nederland en Verdragsland A te worden bepaald of Nederland kan heffen. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Ondanks herhaaldelijke verzoeken heeft X geen additionele informatie verstrekt om het verzoek te onderbouwen. Door het gebrek aan relevante informatie kon niet worden toegekomen aan de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het verzoek is derhalve buiten behandeling gesteld. Een inhoudelijke analyse van het verzoek door de Belastingdienst is achterwege gebleven.

Conclusie

20240116 ATR 000008 Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen, omdat het verzoek tot vooroverleg buiten behandeling is gesteld vanwege een gebrek aan informatie.