rul-20231226-atr-000019

20231226 ATR 000019

Samenvatting

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van meerdere buitenlandse Hybride rechtsvormen naar Nederlandse fiscale maatstaven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.

Feiten

X is een lichaam gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU-lidstaat), dat alle bewijzen van deelgerechtigdheid houdt in vijf samenwerkingsverbanden, A, B, C, D en E, die zijn opgericht naar het recht van dezelfde EU-lidstaat. A, B, C, D en E houden gezamenlijk nagenoeg het gehele belang in F, een naar het recht van eveneens dezelfde EU-lidstaat opgericht samenwerkingsverband. F houdt een belang in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd, die investeert in Nederlands vastgoed. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Rechtskader

Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van A, B, C, D, E en F naar Nederlandse fiscale maatstaven. Op grond van het besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M (Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden) kunnen buitenlandse samenwerkingsverbanden worden gekwalificeerd voor Nederlandse fiscale doeleinden aan de hand van een toetsingskader. Artikel 2, derde lid, onderdeel c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in combinatie met het besluit inzake commanditaire vennootschappen en het toestemmingsvereiste van 15 december 2015, nr. BLKB2015/1209M spelen hierbij ook een rol. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

Ondanks herhaaldelijke verzoeken is geen additionele informatie verstrekt om het verzoek te onderbouwen. Het verzoek is derhalve buiten behandeling gesteld. Een inhoudelijke analyse van het verzoek door de Belastingdienst is daarom achterwege gebleven.

Conclusie

20231226 ATR 000019Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek tot vooroverleg buiten behandeling is gesteld. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat het voorgaande in beginsel zal worden beoordeeld in het kader van het reguliere toezicht.