rul-20231226-apa-000020

20231226 APA 000020

Samenvatting

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland. X is actief in de Nederlandse industriële sector. X heeft bepaalde materiële bedrijfsrisico’s verzekerd bij een derde partij. Daarnaast wenst X om bedrijfsmatige redenen toegang te verkrijgen tot de herverzekeringsmarkt. X neemt daarom deel in een vennootschap (hierna: Y) die een afscheiden vermogen kent ten behoeve van X die is opgericht door een derde partij. Het afgescheiden vermogen ten behoeve van X wordt hierna geduid als Z. Y is een vennootschap gevestigd in lidstaat C van de Europese Unie en heeft een verzekeringslicentie. De derde partij beheert alle compliance aspecten en bestuurt de activiteiten van Y. Z verzekert enkel de activiteiten van X (er is geen sprake van risicodiversificatie, ook niet met de andere externe partijen die een belang hebben in Y). X betaalt verzekeringspremies aan Z. Voor de hoogte van de premie wordt aangesloten bij een actuarieel berekende premie door een derde partij. Een eventuele schade uitkering wordt gedaan door Z. Daarnaast geeft Y toegang tot de herverzekeringsmarkt. X zal pas wanneer het bedrijfseconomisch noodzakelijk is middels Z risico’s verzekeren via een herverzekeraar. In dit verband oefent X de control functies uit met betrekking tot het verzekerde risico en het verzekeringsrisico. Z heeft geen personeel in dienst en oefent geen functies uit. Z betaalt een vergoeding aan de derde partij voor het beheren van Y. In de commerciële jaarrekening van X worden premiebetalingen aangemerkt als kosten en (eventuele) ontvangen schade uitkeringen als baten. In de commerciële jaarrekening van Z worden premieontvangsten aangemerkt als baten en schade uitkeringen alsmede toevoegingen aan schadereserves als kosten. Het resultaat dat Z behaalt in lidstaat C wordt aldaar in de belastingheffing betrokken. De gevraagde zekerheid vooraf heeft betrekking op de Nederlandse verrekenprijsgevolgen van premiebetalingen en ontvangen schade uitkeringen door X, alsmede de zakelijke beloning voor Z. X verzoekt om de premiebetalingen aan te merken als niet-aftrekbare kosten en (eventuele) ontvangen schade uitkeringen als onbelaste baten. Daarnaast rekent X een vergoeding toe aan Z voor verrichte administratieve taken en aangehouden eigen vermogen.

Rechtskader

20231226 APA 000020Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 en/of het Verrekenprijsbesluit 2022, hierna (gezamenlijk) te noemen “verrekenprijsbesluit”. Tevens is relevant de uitspraak van rechtbank ’s-Gravenhage van 11 juli 2011, AWB08/9105, LJN BR4966. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts worden de bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en heeft de gevraagde zekerheid vooraf geen betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
2. X heeft aannemelijk gemaakt dat er diverse bedrijfsmatige redenen zijn om deel te nemen in Y. In paragraaf 10.193 van de OESO-richtlijnen wordt bijvoorbeeld onderkend dat de verkrijging van toegang tot de herverzekeringsmarkt een reden kan zijn om een interne (her)verzekeringsmaatschappij te gebruiken.
3. Z oefent geen control functies uit ten aanzien van het verzekeringsrisico. Deze functies worden uitgeoefend door X. Op basis van paragraaf 9.5.2 van het Verrekenprijsbesluit 2022 en paragraaf 10.212 van de OESO-richtlijnen dient het verzekeringsrisico en de opbrengst uit de belegde premies te worden toegerekend aan X. Daarom vinden de premiebetalingen en (eventuele) ontvangen schade uitkeringen bij X plaats in de kapitaalsfeer en hebben deze geen gevolgen voor de belastbare winst. Tevens dient de opbrengst uit de (eventuele) belegde premies van Z aan X te worden toegerekend.
4. Z is niet in control ten aanzien van het verzekeringsrisico en is daarom enkel gerechtigd tot een risicovrij rendement over het eigen vermogen. Voor de bepaling van het risicovrij rendement is aangesloten bij de rente op daarvoor in aanmerking komende staatsobligaties. Deze beloning wordt door X betaald aan Z en wordt in de belastingheffing betrokken in lidstaat C.
5. Z oefent geen (administratieve) functies uit. X vergoedt daarom enkel de externe kosten die Z betaalt aan de derde partij voor het beheren van Y.
6. Bij het overeenkomen in een APA van zakelijke voorwaarden, waaronder de prijs, dient de commerciële werkelijkheid in lijn te zijn met de fiscale werkelijkheid. X heeft aannemelijk gemaakt dat dit gedurende de looptijd van de vaststellingsovereenkomst niet mogelijk is. Van belang is dat geen sprake is van besparing van Nederlandse of buitenlandse belasting 20231226 APA 000020en er dubbele heffing ontstaat als gevolg van de transactie. Daarom wordt in dit geval een uitzondering gemaakt. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat er geen geldstroom is naar een laagbelastende jurisdictie.

Conclusie

Partijen hebben vastgesteld dat de premiebetalingen en (eventuele) ontvangen schade uitkeringen bij X plaatsvinden in de kapitaalsfeer en geen gevolgen hebben voor de belastbare winst van X. Partijen hebben vastgesteld dat de opbrengst uit de (eventuele) belegde premies van Z aan X wordt toegerekend. Partijen hebben vastgesteld dat een risicovrij rendement over het eigen vermogen van Z een at arm’s-length beloning is voor Z, alsmede de vergoeding van de externe kosten door X. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst met een looptijd van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026.