rul-20231205-apa-000006

20231205 APA 000006

Samenvatting

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Z-groep. De Z-groep is onder meer actief in de industriële sector. Binnen de Z-groep maakt X onderdeel uit van de Y-groep. Voor de Europese markt is de Y-groep als 100% onderdeel van de Z-groep actief in de industriële sector. Y is gevestigd in Europa en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep. Y verricht de belangrijkste kernfuncties van de Y-groep zoals onderzoek en ontwikkeling, sales en marketing, en verkoopt gerelateerde producten aan klanten. Y is de eigenaar van alle immateriële activa van de Y-groep en draagt alle gerelateerde kosten. Voorts draagt Y de belangrijkste ondernemersrisico’s en functioneert als de principaal binnen de Y-groep. Y heeft een contract gesloten met X voor de productie van door Y verkochte producten. X produceert uitsluitend voor Y. X verzorgt de productie in consignatie namens Y, op specificatie van Y en in de door Y gevraagde hoeveelheid. X is geen eigenaar van waardevolle immateriële activa. X draagt slechts beperkt marktrisico en beperkt debiteurenrisico. De gevraagde zekerheid vooraf ziet op de arm’s-lengthbeloning voor de productie-activiteiten door X ten behoeve van Y.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 en/of het Verrekenprijsbesluit 2022, hierna (gezamenlijk) te noemen “verrekenprijsbesluit”. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen). 20231205 APA 000006

Overwegingen

Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. De Belastingdienst heeft het verzoek inhoudelijk geanalyseerd en op basis daarvan overleg gevoerd met X. In het kader van dat overleg hebben X en de Belastingdienst geen overeenstemming kunnen bereiken over de allocatie van investeringsrisico’s en over de beloning van X.

Conclusie

Gelet op de overwegingen zal geen zekerheid vooraf worden gegeven. De Belastingdienst heeft het verzoek om zekerheid vooraf afgewezen. De transactie zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.