rul-20231121-atr-000006

Aanleiding

Naar aanleiding van de voorgenomen verkrijging van meerdere deelnemingen in een andere valuta dan de functionele valuta is verzocht om zekerheid vooraf om de valutakoers van de te betalen koopsom te fixeren. Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2022.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern, actief in de industriële sector. In Nederland worden door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten verricht door [301 – 500] werknemers. X heeft een verzoek ingediend ten aanzien van het voornemen om drie deelnemingen, opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie, te kopen waarvan de koopsommen in een andere valuta luiden dan de functionele valuta van X. X heeft het voornemen om voorafgaand aan de daadwerkelijke betaling van de koopsommen valutatermijntransacties aan te gaan om het valutarisico ten aanzien van de aankoop van de deelnemingen af te dekken. De koopsommen zijn later in het boekjaar betaald en X heeft als gevolg van de valutatermijntransacties valutaresultaten gerealiseerd.

Rechtskader

De gevraagde zekerheid ziet op de toepassing van de deelnemingsvrijstelling als bedoeld in artikel 13 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Het besluit van 9 maart 2020, nr. 2020- 0000000002 (Besluit deelnemingsvrijstelling) is eveneens relevant in dit kader. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

1. Het concern oefent, middels haar Nederlandse vennootschappen, in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus). Voorts worden de relevante bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functies van X binnen het concern.
2. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
3. In de vennootschappelijke jaarrekening worden de valutaresultaten behaald in de periode voorafgaand aan de daadwerkelijke aankoop en betaling van een deelneming gerekend tot de kostprijs van die deelneming.
4. Over de fiscale behandeling van deze resultaten heeft de Hoge Raad zich nog niet uitgelaten.
5. In onderdeel 1.7.4 van het Besluit deelnemingsvrijstelling wordt goedgekeurd dat op verzoek van de belastingplichtige de valutaresultaten op dergelijke valutatermijntransacties fiscaal onderdeel van de kostprijs van de deelneming en van het voor die deelneming opgeofferde bedrag vormen.
6. Aan deze goedkeuring is de voorwaarde verbonden dat het verzoek moet zijn gedaan voordat de belastingplichtige aanvangt met het opbouwen van deze valutapositie.
7. X heeft een dergelijk verzoek tijdig ingediend. Er kan een succesvol beroep worden gedaan op onderdeel 1.7.4 van het Besluit deelnemingsvrijstelling.

Conclusie

De valutaresultaten op de valutatermijntransacties vormen onderdeel van de kostprijs van de deelnemingen en van het voor die deelnemingen opgeofferde bedrag. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, met een looptijd van 18 februari 2022 tot en met 31 december 2022.