20231107 ATR 000001
Samenvatting
Aanleiding
Er is verzocht om toepassing van de vangnetbepaling als bedoeld in artikel 26, zevende lid, van het Belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika. Men wenst zekerheid vanaf 3 november 2023 tot en met 31 december 2027.
Feiten
X is een vennootschap opgericht naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika en staat aan het hoofd van een internationaal concern. Het concern is actief in de vastgoed sector en er zijn [76 – 150] werknemers aldaar werkzaam. X houdt zich onder andere actief bezig met het zoeken naar geschikt vastgoed voor lange termijn waarde creatie. X houdt indirect, via een aantal tussenschakels in de Verenigde Staten van Amerika, alle aandelen van vennootschap Y. Y is opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. Y fungeert als Houdstervennootschap voor een aantal vennootschappen eveneens opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. De enige activiteit van deze vennootschappen is het houden van Nederlands vastgoed. Y kan op uitkeringen aan X geen gebruik maken van de inhoudingsvrijstelling van de Wet op de Dividendbelasting 1965. Het dagelijks operationeel management van dit vastgoed wordt uitgevoerd door een externe Nederlandse property manager. Deze werkzaamheden vinden in Nederland plaats en worden uitgevoerd voor de Nederlandse vennootschappen.
Rechtskader
Het verzoek is gericht op het toepassen van de vangnetbepaling zoals opgenomen in artikel 26, zevende lid, van het verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
1.
1. Er is sprake van een verzoek voor het toepassen van de vangnetbepaling zoals opgenomen in artikel 26, zevende lid, van het verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika. 20231107 ATR 000001Om succesvol een beroep te kunnen doen op dit Belastingverdrag dient de verkrijger van de voordelen onder andere aangemerkt te worden als een gekwalificeerd persoon als bedoeld in artikel 26 van het verdrag. Indien de verkrijger niet voldoet aan een van de andere mogelijkheden van dit artikel, kan onder omstandigheden een beroep worden gedaan op de vangnetbeslissing van het zevende lid.
2. Bij de beoordeling of een lichaam in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 26, zevende lid, van het verdrag is van belang om vast te stellen of de persoon is opgericht, verworven, of in standgehouden ter verkrijging van verdragsvoordelen dan wel de uitoefening van de activiteiten voornamelijk daarop is gericht.
3. Gezien de activiteiten van X in de Verenigde Staten van Amerika kan worden vastgesteld dat X niet is opgericht, verworven, of in standgehouden ter verkrijging van verdragsvoordelen dan wel dat de uitoefening van de activiteiten voornamelijk daarop is gericht. De vangnetbepaling is dan ook van toepassing.
4. Op grond van onderdeel 8 van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter heeft een dergelijke beslissing niet het karakter van een vaststellingsovereenkomst. Wel is sprake van zekerheid vooraf als bedoeld in de Wet op de internationale bijstandsverlening en dient de afspraak uitgewisseld te worden met het buitenland. Om deze reden dient ook getoetst te worden aan de voorwaarden opgenomen in onderdeel 3 van het hiervoor aangehaalde besluit.
5. In paragraaf 3 van het Besluit van 19 juni 2019 is onder a. aangegeven dat toegang tot het vooroverleg te verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter slechts wordt aangegaan als sprake is van voldoende economische nexus in Nederland.
6. De enige activiteit van het concern in Nederland is het bezitten en beheren van Nederlands vastgoed. Aangezien de enige activiteit van de Nederlandse vennootschappen bestaat uit het bezitten en beheren van Nederlands vastgoed is per definitie sprake van voldoende economische nexus in Nederland.
7. De gevraagde zekerheid vooraf heeft geen betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
8. Tevens is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties.
Conclusie
De vangnetbepaling als bedoeld in artikel 26, zevende lid, van het Belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika is van toepassing. De vangnetbepaling kan worden toegepast vanaf 3 november 2023 tot en met 31 december 2027.