20231017 RULOV 000005
Samenvatting
Aanleiding
Er is door X een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf met betrekking tot de aftrekbaarheid van grensoverschrijdende betalingen voor de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb).
Feiten
X is een rechtspersoon opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X houdt alle aandelen in Y en Z. Y is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land buiten Europa. Z is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. X, Y en Z behoren tot een internationaal opererend concern dat actief is in de industriële sector. Het concern verricht operationele activiteiten in Nederland en beschikt over personeel. In 2021 zijn betalingen gedaan door X aan Y en Z welke zijn gebruikt voor het betalen van bonussen toegekend aan werknemers van Y en Z. De aangifte Vennootschapsbelasting 2021 van X is ingediend tijdens de behandeling van het verzoek. In deze aangifte zijn de betalingen verwerkt waarop het verzoek betrekking heeft.
Rechtskader
Het verzoek van X om zekerheid vooraf ziet op de vraag of de betalingen door X aftrekbaar zijn voor de Wet Vpb. Specifiek ziet het verzoek op de toepassing van artikel 10, eerste lid, onderdeel j, van de Wet Vpb en toepassing van het arm’s-length beginsel zoals neergelegd in artikel 8b van de Wet Vpb. Relevant is ook het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Voorts is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
Op grond van een initiële analyse lijkt het verzoek te voldoen aan de toegangsvoorwaarden en formaliteiten van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het verzoek is in behandeling genomen en divers overleg heeft plaatsgevonden tussen de Belastingdienst en X ter 20231017 RULOV 000005nadere duiding van de feiten. Op een gegeven moment is de aangifte Vennootschapsbelasting 2021 ingediend door X. Met de indiening van de aangifte Vennootschapsbelasting is het vooroverleg beëindigd voordat de inhoudelijke beoordeling was afgerond.
Conclusie
Door het indienen van de aangifte is er geen sprake meer van internationaal vooroverleg. Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het vooroverleg is beëindigd. Het verzoek is buiten behandeling gesteld. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat de genoemde transacties zullen worden beoordeeld in het kader van het reguliere toezicht.