rul-20230926-apa-000017

Aanleiding

X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2016 tot en met 2020.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland en behoort tot de Z-groep. Het wereldwijde hoofdkantoor van de Z-groep is gevestigd buiten Europa. De Z-groep is actief in de dienstverlenende sector. De Z-groep is binnen Europa actief in diverse landen, waarbij X fungeert als het regionale hoofdkantoor. Y is een vennootschap gevestigd buiten Nederland, in Europa, en verantwoordelijk voor verkoopondersteuning ten behoeve van X. Er wordt zekerheid gevraagd over de zakelijkheid van de beloning voor de verkoopondersteunende activiteiten van Y.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s-length- beginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit). Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. De beide competente autoriteiten hebben echter geen overeenstemming kunnen bereiken. Het verzoek is daarom door beide bevoegde autoriteiten buiten behandeling gesteld.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.