rul-20230718-apa-000001

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2022.

Feiten

X is een vennootschap gevestigd in Nederland met [1 – 10] personeelsleden en behoort tot de Z- groep. De Z-groep is actief in de industriële sector. Z is een vennootschap gevestigd buiten de Europese Unie en functioneert als het hoofdkantoor van de Z-groep. De Z-groep houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en distributie van producten. X houdt zich bezig met logistieke activiteiten voor de Europese markt waarbij gebruik wordt gemaakt van een extern magazijn dat geleid wordt door een niet-gelieerde partij onder supervisie van X. X importeert de producten onder risico en verantwoordelijkheid van Z voor verdere distributie aan Europese gelieerde verkoopentiteiten en loopt hierbij geen voorraadrisico’s. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het Verrekenprijsbesluit 2022. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Naar aanleiding van een initiële analyse van het verzoek is X op de hoogte gesteld dat het verzoek van X kwalificeert als een verzoek om een Ruling met een internationaal karakter. X is daarbij gewezen op de formaliteiten en toegangsvoorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Ook zijn nadere vragen gesteld over het gepresenteerde feitencomplex. In reactie hierop heeft X aangegeven het verzoek in te trekken en is het verzoek niet verder behandeld.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven.