rul-20230704-apa-000003

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen voor de boekjaren 2021 tot en met 2025, aansluitend op een eerdere afspraak tot en met 2020.

Feiten

X is een in Nederland gevestigde vennootschap en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de dienstverlenende sector. Y is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie (EU) en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep. Y verricht naast haar eigen operationele dienstverlening de belangrijkste kernfuncties zoals verkoop en marketing en loopt de belangrijkste ondernemersrisico’s en fungeert als principaal binnen de groep. X verricht als onderaannemer van Y op routinematige basis de operationele dienstverlening in Nederland. Y sluit de contracten met de externe klanten en factureert de externe klanten voor de verleende diensten, ook indien die diensten zijn verricht door lokale groepsmaatschappijen zoals X. X loopt bij het uitvoeren van haar dienstverlening beperkte risico’s. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm‚Äôs-lengthbeloning). Het arm‚Äôs-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm‚Äôs- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. Relevant in dit kader is het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 en/of het Verrekenprijsbesluit 2022, hierna (gezamenlijk) te noemen “verrekenprijsbesluit”. Voorts zijn relevant het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter, en de Regeling laagbelastende staten en niet-co√∂peratieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek te voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Om het verzoek te kunnen behandelen is door de Belastingdienst additionele informatie gevraagd. Vervolgens is X door financieel-economische omstandigheden geconfronteerd met een verslechterde winstgevendheid. Daarom heeft X besloten om het vooroverleg te staken en het verzoek in te trekken. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven.