rul-20230627-atr-000004

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de buitenlandse belastingplicht voor de Vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een internationaal opererend concern in de dienstverlenende sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. De activiteiten worden uitgeoefend door [26 – 75] werknemers in Nederland. De aandelen in X zijn gedeeltelijk in handen van Y, een samenwerkingsverband opgericht naar het recht van een lidstaat van de Europese Unie (EU). Z, een vennootschap opgericht naar het recht van dezelfde EU-lidstaat, staat tot Y in een verhouding vergelijkbaar met een beherend vennoot. De investeerders in Y, waaronder natuurlijke personen, staan tot Y in een verhouding vergelijkbaar met commanditaire vennoten. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Men verzoekt om te bevestigen dat Y naar aanleiding van haar belang in X niet buitenlands belastingplichtig is als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

Om het verzoek te kunnen behandelen is door de Belastingdienst additionele informatie gevraagd. X heeft vervolgens een inschatting gemaakt van de additionele administratieve lasten en heeft besloten om het vooroverleg te staken. Het verzoek om zekerheid vooraf is derhalve ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de verdere beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.