rul-20230620-atr-000002

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een geldverstrekking als eigen vermogen voor de Vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. Y, een rechtspersoon opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten (Verdragsland A), houdt alle aandelen in X. X houdt het belang in enkele operationele vennootschappen opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. In het kader van een herstructurering zal Y geld verstrekken aan X waarop geen rente is verschuldigd. Civielrechtelijk is er sprake van een terugbetalingsverplichting. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek ziet op de kwalificatie van een geldverstrekking als eigen vermogen langs de lijnen van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad hieromtrent (zie o.a. HR 27 januari 1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3744 en HR 11 maart 1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2453). Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

X is gewezen op de additionele informatie die moet worden verstrekt voor het in behandeling nemen van het verzoek onder het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. X heeft vervolgens een inschatting gemaakt van de additionele administratieve lasten en heeft besloten om het vooroverleg te staken. Het verzoek om zekerheid vooraf is vervolgens ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met eeninternationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. De transactie zal in beginsel in het kader van het reguliere toezicht beoordeeld worden.