rul-20230502-rulov-000001

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend door X voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van grensoverschrijdende financiering.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern actief in de industriële sector. In Nederland worden bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door X en de in Nederland tot het concern behorende vennootschappen. X houdt een belang in Y, een samenwerkingsverband opgericht naar het recht van een land waarmee Nederland een Belastingverdrag heeft gesloten. Y wordt voor Nederlandse fiscale doeleinden als transparant aangemerkt. X zet de rechtsvorm van Y om in een rechtsvorm die naar Nederlandse maatstaven niet transparant is. Door X zijn in het verleden kapitaalstortingen gedaan in Y. Deze kapitaalstortingen zijn gefinancierd middels geldleningen van niet in Nederland gevestigde verbonden lichamen. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X om zekerheid vooraf ziet op de volgende vraag de omzetting van de rechtsvorm van Y leidt tot toepassing van de renteaftrekbeperking van artikel 10a van de Wet Vpb ten aanzien van een aantal geldleningen opgenomen van verbonden lichamen. Voorzover artikel 10a, eerste lid van de Wet Vpb, van toepassing is, verzoekt X om zekerheid dat zij met succes een beroep kan doen op een van de tegenbewijsregelingen van artikel 10a, derde lid, van de Wet Vpb. Relevant hierbij is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Voorts is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Naar aanleiding van een initiële analyse van het verzoek is X op de hoogte gesteld dat het verzoek van X kwalificeert als een verzoek om een Ruling met een internationaal karakter. X is daarbij gewezen op de formaliteiten en toegangsvoorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Er zijn nadere vragen gesteld over het gepresenteerde feitencomplex. In reactie hierop heeft X aangegeven het verzoek in te trekken en is het verzoek niet verder behandeld.

Conclusie

Het verzoek is ingetrokken. Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. De problematiek zal in beginsel in het kader van het toezicht beoordeeld worden.