rul-20230321-atr-000007

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van een buitenlands samenwerkings­ verband naar Nederlandse fiscale maatstaven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten

X en Y zijn samenwerkingsverbanden ­ vergelijkbaar met een Nederlandse commanditaire vennootschap ­ die zijn opgericht naar het recht van een lidstaat binnen de Europese Unie (EU). Het doel van X en Y is om investeerders samen te brengen (poolen) om zodoende kapitaal te investeren. De arbeid wordt geleverd door Z, opgericht naar het recht van een lidstaat binnen de EU. Het concern is actief in de dienstverlenende sector. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van X en Y naar Nederlandse fiscale maatstaven. Op grond van het besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M (Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden) kunnen buitenlandse samen werkings­ verbanden worden gekwalificeerd voor Nederlandse fiscale doeleinden aan de hand van een toetsingskader. Artikel 2, derde lid, onderdeel c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in combinatie met het besluit inzake commanditaire vennootschappen en het toestemmings vereiste van 15 december 2015, nr. BLKB2015/1209M spelen hierbij ook een rol. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet ­coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

1. Op basis van de aangeleverde informatie lijkt op voorhand aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter te zijn voldaan. Om die reden is het verzoek in eerste instantie in behandeling genomen.
2. Gedurende de behandeling van het verzoek is gevraagd de vereisten genoemd in het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden verder uit te werken. Vervolgens heeft verzoeker besloten om het verzoek in te trekken, omdat het verkrijgen van zekerheid vooraf niet meer noodzakelijk werd geacht.
3. Er heeft geen verdere feitelijke beoordeling of inhoudelijke analyse plaatsgevonden, omdat het verzoek is ingetrokken.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.