rul-20230228-rulov-000003

Aanleiding

Er is door X een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Men wenst zekerheid voor het boekjaar 2020.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern dat actief is in de industriële sector. Het concern verricht operationele activiteiten in Nederland en beschikt over voldoende gekwalificeerd personeel. X houdt een groot aantal deelnemingen gevestigd in en buiten Nederland. X heeft in jaren voor 2020 gelden geleend van Z, een vennootschap gevestigd buiten Nederland die tot hetzelfde concern behoort. Overeenkomsten van geldlening zijn opgesteld (leningen). Z heeft deze gelden op haar beurt geleend van een derde. X heeft de leningen aangewend voor het financieren van een externe acquisitie. Z lost een deel van haar leningen aan derden af, waardoor X in 2020 gedeeltelijk van Z leent zonder parallelliteit met een externe lening. De aangifte Vennootschapsbelasting 2020 is ingediend.

Rechtskader

Het verzoek van X om zekerheid vooraf ziet op de vraag of X ten aanzien van de leningen succesvol een beroep kan doen op een tegenbewijsregeling opgenomen in het derde lid van artikel 10a Wet Vpb. Verder is van belang het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Ten slotte is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Omdat de leningen en de fiscale problematiek waar het verzoek op ziet ook onderwerp waren van de aanslagregeling en bezwaar van oudere jaren, is het verzoek aangehouden. Vervolgens is de aangifte Vennootschapsbelasting 2020 ingediend waardoor het vooroverleg beëindigd is. Verdere behandeling van het verzoek is achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het vooroverleg is beëindigd. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat de bewuste leningen en fiscale problematiek zullen worden beoordeeld in het kader van de reguliere behandeling van de aangifte Vennootschapsbelasting 2020.