rul-20230207-atr-000005

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een buitenlandse Hybride rechtsvorm naar Nederlandse fiscale maatstaven. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten

X is een buitenlands samenwerkingsverband, opgericht naar het recht van een staat binnen de Europese Unie (EU) waarmee Nederland een Belastingverdrag heeft gesloten (Verdragsland A). X heeft vele participanten, zijnde natuurlijke personen die (voornamelijk) woonachtig zijn in Verdragsland A. X houdt 100% van de aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk in Nederland gevestigd. Y is de tophoudster van een internationaal concern dat actief is in de handelssector. De participanten houden elk een gering belang in X en zijn aansprakelijk voor de schulden en andere verplichtingen van X in verhouding tot hun kapitaaldeelname. De overdracht van een participatie in X is onderhevig aan de unanieme goedkeuring door alle participanten. X wordt in Verdragsland A beschouwd als een personenvennootschap (transparant).

Rechtskader

Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van X voor Nederlandse fiscale maatstaven. Op grond van het besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M (Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden) kunnen buitenlandse samen werkings­ verbanden worden gekwalificeerd voor Nederlandse fiscale doeleinden aan de hand van een toetsingskader. Relevant is het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet ­ coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. In paragraaf 3, onderdeel a, van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat toegang tot het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter is voorbehouden voor situaties waarin sprake is van voldoende economisch nexus in Nederland. Deze bepaling inzake de economische nexus is in dit geval niet van toepassing, omdat het gaat om de kwalificatie van een buitenlandse rechtsvorm.
2. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet ­coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
3. Voor de kwalificatie van X is het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkings­ verbanden van belang. Aan de hand van de civielrechtelijke wet ­ en regelgeving van het desbetreffende land, de statuten of overeenkomst van het samenwerkingsverband en de Nederlandse wet ­ en regelgeving wordt allereerst beoordeeld of een buitenlands samenwerkingsverband overeenkomt met een kapitaalvennootschap of met een personenvennootschap.
4. In het gegeven geval is duidelijk dat X op basis van de civielrechtelijke wet ­ en regelgeving van Verdragsland A als een personenvennootschap wordt aangemerkt.
5. Voor de kwalificatie van X is het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden van belang. In voornoemd Besluit is het volgende toetsingskader opgenomen: A) Kan het samenwerkingsverband de juridische eigendom hebben van de vermogensbestanddelen waarmee het de activiteiten uitoefent? B) Zijn alle participanten beperkt aansprakelijk voor de schulden en de andere verplichtingen van het samenwerkingsverband? C) Heeft het samenwerkingsverband een in aandelen verdeeld kapitaal in civielrechtelijke zin, dan wel kan het kapitaal in maatschappelijke zin gelijkgesteld worden met een in aandelen verdeeld kapitaal? D) Kan er, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van participanten plaatsvinden zonder dat toestemming nodig is van alle participanten?
6. Op grond van het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden wordt vervolgens beoordeeld of er (a) sprake is van een samenwerkingsverband dat overeenkomt met een Nederlandse (open) commanditaire vennootschap (CV) dan wel of (b) de personenvennootschap op basis van BNB 1978/13 in casu als kapitaalvennootschap wordt geacht deel te nemen aan het economische verkeer.
7. In casu is X niet vergelijkbaar met een Nederlandse commanditaire vennootschap, omdat geen sprake is van beperkt aansprakelijke vennoten.
8. Indien sprake is van een personenvennootschap, die niet overeenkomt met een Nederlandse besloten CV, dan moet vervolgens aan de hand van BNB 1978/13 beoordeeld worden of deze personenvennootschap als kapitaalvennootschap deelneemt aan het maatschappelijke verkeer. Dit zal doorgaans het geval zijn, als het door de participanten ingelegde kapitaal maatschappelijk gezien als in aandelen verdeeld kan worden aangemerkt en de participaties vrij overdraagbaar zijn.
9. In dit geval is geen sprake van vrij verhandelbare participaties (i.e. de overdracht van een participatie in X is onderhevig aan de unanieme goedkeuring door alle participanten) en daarom moet X voor Nederlandse fiscale doeleinden worden aangemerkt als een personenvennootschap (transparant).

Conclusie

X is voor Nederlandse fiscale maatstaven transparant. Voorgaande is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, met een looptijd van 5 augustus 2022 tot en met 31 december 2026.