rul-20221220-apa-000008

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over de toepassing van artikel 8ba tot en met artikel 8bd van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb), voor de boekjaren 2022 tot en met 2026.

Feiten

X is een entiteit gevestigd in Nederland met [1-10] personeelsleden in Nederland en maakt onderdeel uit van de internationaal opererende Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. Y is het hoofdkantoor van de Y-groep en is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. Z maakt eveneens onderdeel uit van de Y-groep en is gevestigd buiten Nederland maar in Europa. X houdt zich bezig met houdsteractiviteiten binnen het concern en tevens met het in- en doorlenen van gelden waarbij X valutarisico loopt. De gelden worden extern ingeleend en doorgeleend aan Z. Met inachtneming van de relatief beperkte control met betrekking tot het in- en doorlenen van gelden, waarbij X een valutarisico loopt, geeft X een jaarlijkse beloning aan die gebaseerd is op een opslag op de operationele kosten. Als gevolg hiervan komt de vraag op in hoeverre (eventuele) valutawinsten en overige baten onder de reikwijdte van artikel 8ba tot en met artikel 8bd Wet Vpb vallen. Medio 2022 zijn de in- en doorgeleende gelden afgelost.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de toepassing van artikel 8ba tot en met artikel 8bd Wet Vpb. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Aangezien artikel 8ba tot en met artikel 8bd, Wet Vpb, per 1 januari 2022 zijn ingevoerd en medio 2022 de vorderingen en schulden van X zijn afgelost, is er relatief beperkt financieel belang bij de voorgelegde vraag. Het verzoek om zekerheid vooraf is in overleg met belastingplichtige buiten behandeling gesteld voordat kon worden toegekomen aan de verdere beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is achterwege gebleven.

Conclusie

Het verzoek is wegens gewijzigde feiten en omstandigheden buiten behandeling gesteld. Er is geen zekerheid vooraf gegeven.