rul-20220510-rulov-000002

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb).

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in Nederland. X houdt indirect 100% van de aandelen in Y. Y is opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. X en Y horen tot een concern actief in de industriële sector. Y heeft een renteloze lening verstrekt aan X (lening 1) die vervangen is door een andere lening van Y (lening 2). Door omstandigheden heeft aflossing van lening 2 pas plaatsgevonden meer dan tien jaar na het aangaan van lening 1. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek ziet op zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10b van de Wet Vpb. Specifiek wenst men bevestiging dat de vervanging van lening 1 door lening 2 niet is aan te merken als een verlenging van lening 1 waardoor artikel 10b Wet Vpb niet van toepassing is. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

X is erop geattendeerd dat de gevraagde zekerheid kwalificeert als vooroverleg binnen het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. De Belastingdienst heeft gevraagd het verzoek aan te vullen in lijn met de vereisten van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Gelijktijdig heeft de Belastingdienst haar twijfels geuit of het verzoek wel voldoet aan de toegangsvoorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Er lijkt sprake te zijn van een informeel kapitaal structuur en in dat geval worden belastingbesparende motieven als doorslaggevend voor het aangaan van de transactie verondersteld. Vervolgens heeft X besloten het verzoek om zekerheid vooraf in te trekken. Een inhoudelijke beoordeling van het verzoek is achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.