rul-20220426-apa-000001

Aanleiding

X heeft een bilateraal verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen.

Feiten

X is gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van de Y-groep. De Y-groep is actief in de industriële sector. Z is gevestigd buiten de Europese Unie en maakt ook onderdeel uit van de Y-groep. Z verricht routinematige productieactiviteiten ten behoeve van X. X bepaalt onder andere de kwaliteitstandaard, stelt de productieplanning op, draagt zorg voor de inkoop van de grondstoffen en verricht R&D werkzaamheden. Z produceert voor rekening en risico van X. Bij de uitoefening van de productieactiviteiten draagt Z beperkte risico’s. Z bezit geen waardevolle immateriële activa.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b Wet op de vennootschaps- belasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belasting- heffing in artikel 9. In het OESO-commentaar op artikel 9 van het OESO- modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO- richtlijnen) wordt het arm’s-lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO- richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s- lengthbeginsel en worden daarom ingevolge het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.

Overwegingen

De bevoegde autoriteiten hebben geen overeenstemming bereikt over de at arm’s- lengthbeloning voor de productieactiviteiten van Z ten behoeve van X. De Nederlandse bevoegde autoriteit heeft haar standpunt gedeeld met de buitenlandse bevoegde autoriteit. De buitenlandse autoriteit heeft besloten het BAPA verzoek niet in behandeling te nemen omdat Z onvoldoende informatie zou hebben aangeleverd om het verzoek te kunnen beoordelen.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven.