rul-20220322-rulov-000001

Aanleiding

X heeft verzocht om zekerheid vooraf over de gevolgen van inkoop van aandelen met het oog op een aandelenplan. Meer specifiek wenst zij dat deze inkoop wordt aangemerkt als een tijdelijke belegging.

Feiten

X, een vennootschap opgericht naar Nederlands recht en hier ook feitelijk gevestigd, is in 2020 overgenomen door Y. Ten tijde van deze overname is een nieuw managementparticipatieplan opgezet. Als onderdeel van dit plan wordt een deel van de gewone aandelen in X toegekend aan de werknemers van X. Een deel van deze gewone aandelen is nog niet toegekend aan de werknemers en is gereserveerd. Deze gereserveerde aandelen worden gehouden door een groepsvennootschap gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. X overweegt een inkoop van de gereserveerde aandelen. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X richt zich op de vraag of de voorgenomen inkoop van aandelen resulteert in een opbrengst in de zin van artikel 3, eerste lid onder a Wet op de Dividendbelasting 1965. X wenst specifiek zekerheid te krijgen dat de goedkeuring van onderdeel 3 van het Besluit van 9 juni 2016, nr. BLKB 2016/113M (Besluit Vennootschapsbelasting en Dividendbelasting. Inkoop van eigen aandelen) door X kan worden toegepast. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Voorts is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Naar aanleiding van een initiële analyse van het verzoek is X op de hoogte gesteld dat het verzoek van X kwalificeert als een verzoek om een Ruling met een internationaal karakter en is X gevraagd het verzoek aan te vullen wat betreft de formaliteiten en toegangsvoorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Ook zijn nadere vragen gesteld over het gepresenteerde feitencomplex. In reactie hierop heeft X aangegeven het verzoek in te trekken en is het verzoek niet verder behandeld.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.