rul-20220215-atr-000008

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf ten aanzien van de inhoudingsplicht voor de Dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2020 tot en met 2024.

Feiten

X is een Coöperatie opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een Nederlands concern met een hoofdkantoor in Nederland, welke actief is in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door X en de Nederlandse groepsvennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend door [11-25] werknemers. Het doel van X is om te investeren in verschillende portfoliovennootschappen. Het personeel in Nederland werkt voor rekening en risico van X en beschikt over professionele kennis en ervaring om de investeringen actief te managen. X heeft eigen kantoorruimte ter beschikking. X zal geen stukken uitgeven die in fiscale zin kwalificeren als schriftelijke aandeelbewijzen of daarmee vergelijkbare stukken. X zal de samenstelling van het ledenbestand bijhouden in een ledenregister. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf dat er geen sprake is van inhoudingsplicht voor de Dividendbelasting, omdat X niet kwalificeert als houdstercoöperatie zoals gedefinieerd in artikel 1, achtste lid van de Wet op de Dividendbelasting 1965 (Wet DB). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. Op basis van de aangeleverde feiten lijkt het verzoek op voorhand aan de voorwaarden voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zoals genoemd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter te voldoen. Om die reden is het verzoek in eerste instantie in behandeling genomen.
2. Gedurende de behandeling van het verzoek heeft X de relevante overeenkomsten die haar beheersen aangepast. Deze aanpassing houdt in dat de lidmaatschapsrechten in X overdraagbaar zijn zonder voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden van X.
3. Zekerheid vooraf met betrekking tot de belastingpositie van coöperaties wordt alleen gegeven indien aan een aantal vereisten is voldaan. Een van deze vereisten is dat het lidmaatschap van een Coöperatie slechts overdraagbaar is na voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe door alle leden. In het voorliggende geval heeft de Belastingdienst de verzoeker gewezen op dit vereiste. Verzoeker heeft vervolgens besloten het vooroverleg te staken en het verzoek ingetrokken. Er heeft derhalve geen verdere inhoudelijke behandeling plaatsgevonden.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.