Aanleiding
X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen.
Feiten
X is het in Nederland gevestigde hoofdkantoor van de Z-groep. De Z-groep is een internationaal opererende groep in de dienstverlenende sector. X is binnen de Z-groep onder meer verantwoordelijk voor het strategisch management, sales en accountmanagement, de ontwikkeling en het onderhoud van IT-systemen, financieel beheer, personeelsbeheer, inkoop, planning en project- en kostenbeheer. Onderdeel van de Z-groep vormen buiten Nederland gevestigde dochtermaatschappijen. Deze dochtermaatschappijen houden zich bezig met verkoopactiviteiten. De gevraagde zekerheid vooraf heeft betrekking op de diensten van X aan aan haar gelieerde entiteiten op het gebied van de ontwikkeling/onderhoud van centrale IP en strategische diensten met betrekkingen tot de leveranciersrelaties van de Z-groep. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-length beloning). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen). Het arm’s-length beginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO- modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s-length beginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s-length beginsel en worden daarom ingevolge het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.
Overwegingen
Met ingang van 1 juli 2019 is het Besluit van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, Stcrt. 35519 van toepassing en is het proces om tot een vaststellingsovereenkomst te komen met meer (procedurele) waarborgen en transparantie omkleed. Als gevolg van deze wijziging heeft X een inschatting gemaakt van de mogelijke additionele administratieve lasten. X heeft er vervolgens voor gekozen om het verzoek om vooroverleg in te trekken.
Conclusie
Er is geen zekerheid vooraf gegeven.