Aanleiding
Er is verzocht om zekerheid vooraf over de hoogte van het voor een deelneming opgeofferde bedrag in verband met een herstructurering.
Feiten
X, een vennootschap opgericht naar het recht van een staat binnen de Europese Unie (EU), heeft haar werkelijke leiding naar Nederland verplaatst in het kader van een herstructurering. De aandelen in X worden gehouden door een natuurlijk persoon woonachtig in Nederland. X behoort tot een Nederlands concern, actief in de dienstverlenende sector. In Nederland worden door X en de Nederlandse groepsvennootschappen bedrijfseconomische operationele activiteiten uitgeoefend. X houdt alle aandelen in Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en gevestigd in een staat buiten de EU. Doordat X de plaats van haar werkelijke leiding naar Nederland heeft verplaatst, wordt X binnenlands belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting. Voor de (openings)balans moet X het opgeofferde bedrag van haar belang in Y vaststellen.
Rechtskader
Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op het vaststellen van de hoogte van het opgeofferde bedrag van een deelneming voor de toepassing van artikel 13d van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Deze zekerheid vraagt men voor het door X gehouden belang in Y na verplaatsing van de plaats van de werkelijke leiding van X naar Nederland. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
1. Het concern oefent, middels haar Nederlandse dochtermaatschappijen, in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus). Voorts worden de relevante bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functies van X binnen het concern.
2. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
3. X heeft haar werkelijke leiding naar Nederland verplaatst. Daardoor wordt X binnenlands belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting op grond van artikel 2 van de Wet Vpb. Bij het opstellen van de (openings)balans moet X het opgeofferde bedrag van haar belang in Y vaststellen. Hierbij is aangesloten bij de waarde in het economisch verkeer van de bezittingen van Y ten tijde van de verplaatsing van de werkelijke leiding van X naar Nederland.
Conclusie
De Belastingdienst heeft zekerheid verschaft over de hoogte van het opgeofferde bedrag van het door X gehouden belang in Y. Bovenstaande is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.