rul-20211214-atr-000020

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de kwalificatie van leningen als vreemd vermogen en dat op de rentebetalingen op deze leningen geen Dividendbelasting verschuldigd is. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern, actief in de industriële sector. De indirecte moedermaatschappij van X is beursgenoteerd, gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie en de actieve tophoudster van de groep. Er zijn meerdere groepsvennootschappen in Nederland actief. X is onderdeel van het houdster– en financieringsplatform in Nederland en geeft in dat kader leningen uit op de kapitaalmarkt. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek ziet op de kwalificatie van leningen als vreemd vermogen naar Nederlandse fiscale maatstaven langs de lijnen van de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad hieromtrent (zie o.a. HR 27 januari 1988, BNB 1988/217 en HR 11 maart 1998, BNB 1998/208). T evens vraagt men te bevestigen dat de rentebetalingen op deze leningen niet vallen onder artikel 1, eerste lid van de Wet op de Dividendbelasting 1965 (Wet DB). Relevant is hierbij ook het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen) van belang.

Overwegingen

De uitgifte van de leningen is op dit moment niet doorgegaan. Het verzoek is ingetrokken.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Derhalve is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.