Aanleiding
X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen.
Feiten
X maakt onderdeel uit van de Y-groep. De Y-groep is werkzaam in de offshore industrie. X is gevestigd buiten de Europese Unie en verricht werkzaamheden in Nederland. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.
Rechtskader
Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO- modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO-commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s-lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s-lengthbeginsel en worden daarom ingevolge het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien. De winstallocatie aan vaste inrichtingen vindt plaats op grond van artikel 7 OESO-modelverdrag. In juli 2008 is het OESO-rapport ‘Report on the Attribution of Profits to Permanent Establishments’ (PE-Report) gepubliceerd, dat in 2010 is aangepast aan een eveneens in 2010 gepubliceerd nieuw artikel 7 OESO- modelverdrag. In dit rapport wordt beschreven hoe winsten aan vaste inrichtingen toegerekend dienen te worden onder toepassing van artikel 7 OESO- modelverdrag. In het besluit van 15 januari 2011, nr. IFZ2010/457M (besluit winstallocatie vaste inrichtingen), geeft de Staatssecretaris inzicht in zijn standpunten met betrekking tot de winstallocatie aan vaste inrichtingen en wordt bevestigd dat het Nederlandse beleid aansluit bij de conclusies van het PE-Report.
Overwegingen
1. In paragraaf 3 van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is beschreven aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voordat vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter in behandeling kan worden genomen.
2. Uit het verzoek van X is niet gebleken of aan de toegangsvereisten voor een Ruling met een internationaal karakter is voldaan. Verder is het niet duidelijk of de activiteiten, zoals beschreven in het APA-verzoek, gedurende de voorgestelde APA-periode ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.
3. Wegens het uitblijven van additionele informatie is het verzoek buiten behandeling gesteld. Een inhoudelijke analyse van het verzoek is daarom achterwege gebleven.
Conclusie
Er is geen zekerheid vooraf gegeven, omdat het verzoek buiten behandeling is gesteld.