rul-20211012-apa-000009

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen.

Feiten

X is een in Nederland gevestigde entiteit en maakt onderdeel uit van de Z-groep. De Z-groep is een internationaal opererend concern op het gebied van de dienstverlening. B is eveneens onderdeel van de Z-groep en gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. In het kader van een centralisatie van de inkoopactiviteiten van de groep bij groepsmaatschappij B heeft X een aantal lopende contracten met leveranciers overgedragen aan B. Het overdragen van de contracten heeft geen economische gevolgen voor X. Het economisch eigendom blijft volledig rusten bij X. Er is voor deze transactie geen vergoeding overeengekomen.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen). Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd in artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO- modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO- commentaar op artikel 9 van het OESO-modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s- lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s-lengthbeginsel en worden daarom ingevolge het besluit van 22 april 2018, nr. 2018-6865 (verrekenprijsbesluit) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.

Overwegingen

1. X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus). Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts) handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
2. X draagt slechts het juridische eigendom over. Na de overdracht behoudt X alle economische rechten en plichten uit de contracten.
3. Het risicoprofiel en de functionaliteit van X is niet gewijzigd als gevolg van de overdracht.

Conclusie

Partijen hebben vastgesteld dat bij de overdracht van de contracten van X naar B de economische rechten uit de contracten volledig behouden blijven bij de overdragende partij X en dat daarom geen waardeoverdracht heeft plaatsgevonden. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst met een looptijd van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.