rul-20210928-rulov-000005

Aanleiding

X heeft verzocht om zekerheid vooraf over de mogelijkheid om de opbrengst voor de Dividendbelasting te berekenen in een buitenlandse valuta.

Feiten

X is een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap maar feitelijk gevestigd in Nederland. X behoort tot een concern actief in de zakelijke dienstverlening. Zij heeft aandelen uitgegeven in een buitenlandse valuta en haar jaarrekening wordt eveneens in die valuta opgesteld. X heeft kapitaal opgehaald door de uitgifte van aandelen en is voornemens dit aan te gaan wenden voor het doen van investeringen. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

X wenst zekerheid over artikel 3 van de Wet op de Dividendbelasting 1965 en specifiek dat zij de opbrengst mag berekenen in een buitenlandse valuta. Relevant is ook het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Naar aanleiding van het initiële verzoek is overleg geweest, onder andere over het feit dat het verzoek onvoldoende informatie bevatte om de toegangsvoorwaarden van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter volledig te toetsen. Tijdens dit overleg heeft de Belastingdienst aangegeven dat op basis van huidige wet en regelgeving niet aan het verzoek tegemoet kan worden gekomen. De Wet op de Dividendbelasting 1965 kent niet een soortgelijke regeling als artikel 7 lid 5 Wet op de Vennootschapsbelasting
1969. De opbrengst dient te worden berekend in euro en in euro dient de verschuldigde belasting te worden vastgesteld. In reactie hierop heeft X besloten het verzoek niet aan te vullen wat betreft de toegangsvoorwaarden, maar het verzoek in te trekken.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.