Aanleiding
Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de inhoudingsvrijstelling in de Dividendbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.
Feiten
X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. De aandelen in X worden gedeeltelijk gehouden door een buitenlandse vennootschap Y, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een jurisdictie binnen de Europese Unie. De overige aandelen in X worden gehouden door vennootschappen, opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
X verzoekt om zekerheid vooraf over de toepassing van de inhoudingsvrijstelling als bedoeld in artikel 4, tweede lid en verder van de Wet op de Dividendbelasting 1965. Deze zekerheid vraagt men voor uitkeringen van X aan Y. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
Overwegingen
Om te bepalen of het verzoek in behandeling kan worden genomen, zijn additionele vragen gesteld. Vervolgens is het verzoek ingetrokken.
Conclusie
Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.