rul-20210831-atr-000011

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de Nederlandse fiscale gevolgen van een herstructurering van de groep, waaronder zekerheid vooraf over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor de Vennootschapsbelasting. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2020 tot en met 2024.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern dat actief is in de dienstverlenende sector. X houdt tevens alle aandelen in verschillende binnenlandse vennootschappen. De helft van de uitstaande aandelen in X wordt gehouden door een natuurlijk persoon. Deze natuurlijk persoon houdt daarnaast belangen in meerdere buitenlandse v ennootschappen. In het kader van de herstructurering is men voornemens om de belangen, welke door de natuurlijk persoon worden gehouden in de buitenlandse vennootschappen, te verhangen onder X. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Rechtskader

Het verzoek van X om zekerheid vooraf dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is ziet op artikel 13 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Er dient voldaan te zijn aan de eisen van artikel 13, tweede lid van de Wet Vpb en er mag geen sprake zijn van als belegging gehouden deelnemingen als bedoeld in artikel 13, negende lid van de Wet Vpb, tenzij sprake is van een kwalificerende beleggingsdeelneming als bedoeld in artikel 13, elfde lid van de Wet Vpb. De deelnemingsvrijstelling moet op het niveau van de directe deelnemingen worden getoetst. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. In paragraaf 3, onderdeel a, van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter slechts wordt aangegaan als het verzoekende lichaam deel uitmaakt van een concern dat in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent (de zogenoemde economische nexus) en er bovendien voor rekening en risico van de verzoekende belanghebbende bedrijfseconomische operationele activiteiten worden uitgeoefend, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is.
2. Uit het verzoek van X blijkt niet in hoeverre voor rekening en risico van X bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland worden uitgeoefend, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is. Ondanks herhaaldelijke verzoeken tot het verstrekken van additionele informatie om te beoordelen of wordt voldaan aan de economische nexus, is deze informatie niet verstrekt.
3. Wegens het uitblijven van additionele informatie is het verzoek buiten behandeling gesteld. Een inhoudelijke analyse van het verzoek is daarom achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven, omdat het verzoek buiten behandeling is gesteld.