rul-20210608-rulov-000009

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Men wenst zekerheid voor 2019 en verder.

Feiten

X is een nieuw opgerichte vennootschap naar Nederlands recht en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal opererend concern actief in de dienstverlenende sector. Het concern oefent in Nederland operationele activiteiten uit door middel van een aantal vennootschappen welke X in 2019 gekocht heeft van een derde. De directe en meerderheidsaandeelhouder van X is A, een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk gevestigd in een land binnen de Europese Unie. De aandelen van A worden op haar beurt gehouden door een investeringsfonds. X heeft de aankoop van de vennootschappen deels gefinancierd met gelden verkregen van A en waarvoor een leningsovereenkomst opgesteld is. In het vooroverleg vraagt X een bevestiging dat ten aanzien van de verschuldigde rente een geslaagd beroep kan worden gedaan op de tegenbewijsregeling van artikel 10a, derde lid onder a van de Wet Vpb. Het verzoek is ingetrokken nadat X door de inspecteur op de hoogte was gesteld dat X c.q. haar (indirecte) aandeelhouders gegevens zouden moeten verstrekken waarvan zij van mening is dat zij die vanuit civielrechtelijk oogpunt in dit stadium niet mag verstrekken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van artikel 10a van de Wet Vpb. Specifiek wil X bevestiging dat zij na de voorgenomen verwerving van vennootschappen een geslaagd beroep kan doen op de tegenbewijsregeling van artikel 10a, derde lid, Wet Vpb (dubbele zakelijkheidstoets). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Voorts is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan de voorwaarden uit het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Als gevolg van de intrekking van het verzoek om zekerheid vooraf is het vooroverleg beëindigd.