rul-20210420-atr-000003

Aanleiding

Er is verzocht om zekerheid vooraf over de gevolgen van een voorgenomen grensoverschrijdende juridische fusie. Het verzoek ziet onder andere op de Wet op de Dividendbelasting 1965 en de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (waaronder de deelnemingsvrijstelling).

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X is de tophoudster van een internationaal opererend concern, dat actief is in de industriële sector. X houdt alle aandelen in Y. Y is een vennootschap opgericht naar het recht van een land binnen de Europese Unie alwaar zij ook is gevestigd. X oefent geen materiële onderneming uit in Nederland. De aandeelhouders van X zijn voornemens een grensoverschrijdende fusie aan te gaan met Y, waarbij X optreedt als verdwijnende vennootschap en Y als verkrijgende vennootschap.

Rechtskader

X verzoekt om zekerheid vooraf over de gevolgen van de voorgenomen grensoverschrijdende juridische fusie voor onder andere de Dividendbelasting en voor de Vennootschapsbelasting in Nederland (waaronder de deelnemingsvrijstelling). X verzoekt niet om een beschikking in de zin van artikel 14b, zevende lid van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

In paragraaf 3, onderdeel a, van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter slechts wordt aangegaan als het verzoekende lichaam deel uitmaakt van een concern dat in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent (de zogenoemde economische nexus) en er bovendien voor rekening en risico van de verzoekende belanghebbende bedrijfseconomische operationele activiteiten worden uitgeoefend, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is. Uit het verzoek van X blijkt dat niet voor rekening en risico van X bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland worden uitgevoerd, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is. Het verzoek om zekerheid vooraf kan niet in behandeling worden genomen omdat het niet voldoet aan de toegangsvoorwaarde van de economische nexus zoals uiteengezet in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven.