rul-20210413-atr-000007

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de kwalificatie van een trust naar Nederlandse fiscale maatstaven. Men vraagt zekerheid voor de jaren 2021 tot en met 2025.

Feiten

X is een trust die tot stand is gekomen naar het recht van een staat die is opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (staat A). De trustees, gevestigd in staat A, verrichten de belangrijkste handelingen namens X. X houdt indirect een vennootschap opgericht naar het recht van en feitelijk in Nederland gevestigd. Deze vennootschap is eigenaar van vastgoed in Nederland. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Rechtskader

In het verzoek tot zekerheid vooraf wordt gevraagd naar de kwalificatie van X voor de toepassing van de Nederlandse belastingwet. Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

1. In paragraaf 3, onderdeel b, sub ii van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat geen vooroverleg wordt gevoerd ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter als de gevraagde zekerheid vooraf betrekking heeft op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in Staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).
2. Bij de beoordeling of het verzoek in behandeling kan worden genomen, is in eerste instantie gekeken of X is gevestigd in een staat die is opgenomen in de Regeling laagbelastende staten op basis van een inschrijving in het handelsregister. X is tot stand gekomen naar het recht van staat A. Deze staat is opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden. X heeft in staat A echter geen inschrijving in het handelsregister .
3. Vervolgens is beoordeeld wie het feitelijke beheer uitoefent van X. De trustees verrichten de belangrijkste handelingen en treden op namens X. De trustees zijn gev estigd in staat A.
4. Op basis van het bovenstaande kan de gevraagde zekerheid vooraf niet worden gegeven.
5. Doordat het verzoek niet voldoet aan de voorwaarde opgenomen in paragraaf 3, onderdeel b, sub ii van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, is verder niet beoordeeld of toegang tot het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf op basis van de andere voorwaarden mogelijk was.

Conclusie

Het verzoek om zekerheid vooraf kan niet in behandeling worden genomen. Derhalve is er geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Een inhoudelijke analyse van het verzoek is achterwege gebleven aangezien niet aan de voorwaarden voor het aangaan van vooroverleg is voldaan.