rul-20210216-atr-000006

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de toepassing van de Hybridemismatchmaatregelen voor de boekjaren 2020 tot en met 2024.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een internationaal concern, actief in de handelssector. De directe moedermaatschappij van X, Y, is gevestigd in een land buiten de Europese Unie (hierna: staat B). De directe aandeelhouder van Y is een natuurlijk persoon die inwoner is van staat B. X koopt voorraad en inventaris van Y en betaalt daarvoor een koopsom aan Y. Daarnaast maakt X operationele kosten in het kader van haar bedrijfsvoering en doet daarvoor betalingen aan derden. X en Y worden voor Nederlandse fiscale doeleinden beiden als niet-transparante lichamen aangemerkt en voor fiscale doeleinden van staat B als transparante lichamen aangemerkt. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf dat er geen sprake is van een aftrekbeperking op grond van artikel 12aa, eerste lid, van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Relevant is hierbij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (met inachtneming van de jaarlijkse wijzigingen).

Overwegingen

In paragraaf 3, onderdeel a, van het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter is aangegeven dat het vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf in de vorm van een Ruling met een internationaal karakter slechts wordt aangegaan als het verzoekende lichaam deel uitmaakt van een concern dat in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uitoefent (de zogenoemde economische nexus) en er bovendien voor rekening en risico van de verzoekende belanghebbende bedrijfseconomische operationele activiteiten worden uitgeoefend, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is. Uit het verzoek van X blijkt niet in hoeverre voor rekening en risico van X bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland worden uitgevoerd, waarvoor op concernniveau voldoende relevant personeel in Nederland aanwezig is. Van X is nadere informatie over de economische nexus verzocht. Het verzoek om zekerheid vooraf is vervolgens na een verloop van tijd in zijn geheel ingetrokken.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven omdat het verzoek is ingetrokken.