rul-20201110-apa-000011

Aanleiding

X heeft een verzoek ingediend om zekerheid vooraf te krijgen over Verrekenprijzen.

Feiten

X is een entiteit gevestigd in Nederland en maakt onderdeel uit van een concern actief in de vastgoedsector. X houdt zich bezig met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen het concern. Bij X zijn op dit moment vier financiële medewerkers werkzaam. De financiële stromen zijn opgenomen in de boekhouding van X en X verzoekt om zekerheid vooraf ten aanzien van een arm’s-lengthbeloning die is gerelateerd aan de hoogte van deze financiële stromen. X heeft het verzoek ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het besluit van de Staatssecretaris van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, Stcrt. 2019, nr. 35519, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet- coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van de Staatssecretaris van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528, Stcrt. 2018, 72064, zoals die is gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Stcrt. 2019, 69810. Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd door artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO-commentaar op artikel 9 van het OESO- modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s-lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s- lengthbeginsel en worden daarom in het verrekenprijsbesluit van 11 mei 2018 (2018-6865) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.

Overwegingen

De Belastingdienst heeft om additionele informatie gevraagd om te kunnen beoordelen of er sprake is van economische nexus. X heeft het verzoek vervolgens ingetrokken. Gelet op de intrekking van het verzoek door X is een nadere inhoudelijke analyse van het verzoek door de Belastingdienst achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven.