rul-20200915-atr-000006

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de inhoudings- vrijstelling en de aanwezigheid van een Vaste inrichting in Nederland. Men wenst zekerheid voor de boekjaren 2020 tot en met 2023.

Feiten

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X behoort tot een concern, actief in de sector handel. De aandelen van X worden middellijk gehouden door een natuurlijk persoon A. A woont in de Europese Unie (EU). Gedurende 2019 heeft A de aandelen in X overgedragen aan Y. Y is een vennootschap opgericht en gevestigd in hetzelfde EU land als waar A woonachtig is. De aandelen van Y worden eveneens gehouden door A. Het verzoek is ingetrokken.

Rechtskader

Het verzoek ziet op zekerheid vooraf over toepassing van de inhoudingsvrijstelling als bedoeld in artikel 4, tweede lid en verder van de Wet op de Dividendbelasting 1965. Deze zekerheid vraagt men voor uitkeringen van X aan Y. Daarnaast wordt verzocht om zekerheid vooraf dat er sprake is van een Vaste inrichting in Nederland, zoals vermeld in artikel 17, derde lid, onderdeel a of 17a van de Wet Vennootschapsbelasting 1969. Relevant is hierbij het besluit van de Staatssecretaris van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, Stcrt. 2019, nr. 35519, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van de Staatssecretaris van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528, Stcrt. 2018, 72064, zoals die is gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Stcrt. 2019, 69810.

Overwegingen

Het beleid om zekerheid vooraf te krijgen indien sprake is van een Ruling met een internationaal karakter is sinds 1 juli 2019 gewijzigd met bovengenoemd besluit. In het voorliggende geval verschillen partijen van mening of voldaan is aan de gestelde voorwaarden in het hiervoor aangehaalde besluit. Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken. Een verdere inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.

Conclusie

Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.