Aanleiding
Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de vraag of sprake is van inhoudingsplicht voor de Dividendbelasting.
Feiten
X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X staat aan het hoofd van een internationaal concern, actief in de industriële sector. X houdt deelnemingen in zowel Nederland als het buitenland. De aandelen van X worden gehouden door een aantal buitenlandse aandeelhouders. Het verzoek is ingetrokken.
Rechtskader
Het verzoek voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ziet op de toepassing van de inhoudingsvrijstelling als bedoeld in artikel 4, tweede lid en verder van de Wet op de Dividendbelasting 1965 (Wet DB). Relevant is hierbij het besluit van de Staatssecretaris van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, Stcrt. 2019, nr. 35519, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van de Staatssecretaris van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528, Stcrt. 2018, 72064, zoals die is gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Stcrt. 2019, 69810.
Overwegingen
Het verzoek om zekerheid vooraf is ingetrokken voordat kon worden toegekomen aan de beoordeling of werd voldaan aan de voorwaarden uit het besluit van 19 juni 2019 (nummer 2019/13003). Een inhoudelijke analyse is daardoor achterwege gebleven.
Conclusie
Er is geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen omdat het verzoek is ingetrokken.