rul-20200414-atr-000009

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf ten aanzien van de kwalificatie van een buitenlandse Hybride rechtsvorm in een grensoverschrijdende situatie.

Feiten

Twee natuurlijke personen, een inwoner van Nederland en een inwoner van een lidstaat van de Europese Unie, zijn een samenwerkingsverband (X) aangegaan naar het recht van een land buiten de Europese Unie. De statutaire zetel van X is ook in het desbetreffende land. X is actief in de dienstverlenende sector; beide partners bundelen hun expertise in de aangeboden dienstverlening en verrichten werkzaamheden vanuit Nederland maar ook vanuit het buitenland. X drijft in Nederland een onderneming.

Rechtskader

Het verzoek om zekerheid vooraf ziet op de kwalificatie van X naar Nederlandse fiscale maatstaven. Op grond van het besluit van 11 december 2009, nr.CPP2009/519M kunnen buitenlandse samenwerkingsverbanden worden gekwalificeerd voor Nederlandse fiscale doeleinden aan de hand van een toetsingskader. Artikel 2, derde lid, onderdeel c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in combinatie met het besluit inzake commanditaire vennootschappen en het toestemmingsvereiste van 15 december 2015, nr. BLKB2015/1209M spelen hierbij ook een rol. Relevant is verder het besluit van de Staatssecretaris van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, Stcrt. 2019, nr. 35519, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van de Staatssecretaris van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528, Stcrt. 2018, 72064, zoals die is gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Stcrt. 2019, 69810.

Overwegingen

1. X oefent middels de arbeid van haar participanten in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus). De relevante bedrijfseconomisch operationele activiteiten van de onderneming van X in Nederland worden voor rekening en risico van X uitgeoefend.
2. De gevraagde zekerheid vooraf heeft geen betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in Staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
3. Tevens is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties.
4. De kwalificatie van X heeft plaatsgevonden op basis van de civielrechtelijke wet- en regelgeving van het desbetreffende land, de statuten van het samenwerkingsverband en de Nederlandse wet- en regelgeving.
5. Het besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden, CPP2009/519M, is in dit kader relevant. Aan de hand van de feiten en omstandigheden en van de vier vragen (het toetsingskader) is beoordeeld of X overeenkomt met een kapitaalvennootschap of met een personenvennootschap. De omstandigheid dat X overduidelijk een persoonlijke samenwerking kent, is van doorslaggevend belang geweest. Toetsingskader A) Kan het samenwerkingsverband de juridische eigendom hebben van de vermogensbestanddelen waarmee het de activiteiten uitoefent? B) Zijn alle participanten beperkt aansprakelijk voor de schulden en de andere verplichtingen van het samenwerkingsverband? C) Heeft het samenwerkingsverband een in aandelen verdeeld kapitaal in civielrechtelijke zin, dan wel kan het kapitaal in maatschappelijke zin gelijkgesteld worden met een in aandelen verdeeld kapitaal? D) Kan er, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van participanten plaatsvinden zonder dat toestemming nodig is van alle participanten?
6. Aan de hand hiervan is geconcludeerd dat X meer kenmerken heeft van een personenvennootschap dan van een kapitaalvennootschap. X kwalificeert daarom voor de Nederlandse belastingheffing als een transparant samenwerkingsverband.

Conclusie

Met betrekking tot X wordt bevestigd dat zij op grond van het Besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M voor Nederlandse fiscale doeleinden als een transparante entiteit wordt aangemerkt. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, met een looptijd van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2023.