rul-20200303-apa-000011

Aanleiding

Tussen X en de Belastingdienst is een vaststellingsovereenkomst overeengekomen vóór 1 juli 2019 en is daarmee zekerheid vooraf gekregen over Verrekenprijzen. De vaststellingsovereenkomst is middels een addendum met één jaar verlengd.

Feiten

X is een in Nederland gevestigde distributie-entiteit van de B groep. Y, gevestigd in het buitenland, vormt het operationele hoofdkantoor van de B groep. De activiteiten van X bestaan uit verkoopactiviteiten, warehousing en marketingactiviteiten, waarbij X handelt binnen door Y gestelde kaders. X verkrijgt hierbij eigendom van de goederen en levert deze direct aan derden in Europa, eventueel via gelieerde entiteiten gevestigd in Europa. Voorts verricht X logistieke en administratieve werkzaamheden die gerelateerd zijn aan haar distributieactiviteiten. De APA die vóór 1 juli 2019 is overeengekomen ziet op de arm’s-lengthbeloning voor de uitgeoefende distributieactiviteiten door X. Deze APA geldt uitsluitend voor de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2018. Met het oog op een mogelijke reorganisatie in 2020 heeft X verzocht om de looptijd van deze APA met één jaar te verlengen.

Rechtskader

Het verzoek van X ziet op het verkrijgen van zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s-lengthbeloning). Relevant is hierbij het Besluit van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter en de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528. Het arm’s-lengthbeginsel is in Nederland gecodificeerd door artikel 8b van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) en in het OESO-modelverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in artikel 9. In het OESO-commentaar op artikel 9 van het OESO- modelverdrag en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) wordt het arm’s-lengthbeginsel van een nadere invulling voorzien. De OESO-richtlijnen geven een internationaal geaccepteerde invulling aan het arm’s- lengthbeginsel en worden daarom in het verrekenprijsbesluit van 11 mei 2018 (2018- 6865) als een passende uitleg en verduidelijking van het in artikel 8b Wet Vpb omschreven beginsel gezien.

Overwegingen

1. X oefent in Nederland bedrijfseconomische operationele activiteiten uit (de zogenoemde economische nexus) en voorts worden de bedrijfseconomische operationele activiteiten voor rekening en risico van X uitgeoefend. Deze activiteiten passen bij de functie van het lichaam binnen het concern. Aanvullend is het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting niet de enige dan wel doorslaggevende beweegreden voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) of transacties, en evenmin heeft de gevraagde zekerheid vooraf betrekking op de fiscale gevolgen van directe transacties met entiteiten die zijn gevestigd in Staten die zijn opgenomen in de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
2. Er is getoetst of de relevante feiten en omstandigheden van de APA geen wezenlijke verandering hebben ondergaan. De functionele analyse die aan de APA ten grondslag ligt is niet wezenlijk veranderd.
3. In paragraaf 5 van het Besluit van 19 juni 2019, nr. 2019/13003 is aangegeven dat de in een Ruling vastgelegde zekerheid vooraf voor ten hoogste vijf boekjaren zal gelden. Middels de één jarige verlenging bedraagt de vastgelegde zekerheid vijf boekjaren.

Conclusie

De looptijd van de APA is middels een addendum verlengd van 1 januari 2019 tot 31 december 2019. De vaststellingsovereenkomst inclusief het addendum zijn overeengekomen voor een periode van vijf jaar, namelijk van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.