rul-20200117-atr-000006

Aanleiding

Er is een verzoek ingediend voor het verkrijgen van zekerheid vooraf over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling.

Feiten

X staat aan het hoofd van een Nederlands concern. X is opgericht naar het recht van Nederland en aldaar gevestigd. Ze staat aan het hoofd van een fiscale eenheid voor de Vennootschapsbelasting welke deelnemingen houdt in Nederland en in een andere lidstaat van de Europese Unie. Het concern is actief in de vastgoedsector. Het verzoek is buiten behandeling gesteld.

Rechtskader

Het verzoek van X om zekerheid vooraf dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, ziet op art. 13 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Relevant is hierbij het besluit van de Staatssecretaris van 19 juni 2019, nr. 2019/13003, Stcrt. 2019, nr. 35519, waarin de kaders voor het verkrijgen van zekerheid vooraf zijn gegeven met betrekking tot rulings met een internationaal karakter. Tevens is van belang de Regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden van de Staatssecretaris van 31 december 2018, nr. DB 2018/216528, Stcrt. 2018, 72064, zoals die is gewijzigd bij artikel VII van de Regeling van de Staatssecretaris van 18 december 2019, nr. 2019-0000199975, Stcrt. 2019, 69810.

Overwegingen

Ondanks herhaaldelijke verzoeken is niet voldoende additionele informatie verstrekt om de behandeling van het verzoek af te kunnen ronden. Het verzoek is derhalve buiten behandeling gesteld.

Conclusie

Er is geen zekerheid vooraf gegeven.